3 December maakte ik een dertigtal gedichten in Grim op een typemachine. Iedereen die langskwam kreeg een gedicht dat ik speciaal voor hem/haar maakte. Dit is er eentje dat ik die dag maakte.
De gedichten zijn een eerste versie, ruwe diamanten die ik in een latere fase bijschaaf. Lichtelijk aangepaste versies die in kern hetzelfde blijven.
Voor wie 24 december nog in Hasselt, de maastrichter passeert, ik zit er weer. 10u30-16. Kom langs.
Liefde is als water,
niet dat het glipt door onze handen.
Laat een traantje, we schateren, genieten,
klateren, verfrissen.
We wassen, verbreden in tijd
verstromen, verdrinkend in elkaars ogen.
Een zoen op je slapen.
Water, als liefde,
het dreint soms naar beneden.
Drogg je wangen,
we gieten, verwateren niet
we verhitten en we smeden,
koelen af in een regenton.
Mijn lief mijn watertanden
mijn extra buitje, mijn regenkringtejes in plassen,
met de weerkaatsing van de zon. Ontluikend
Mijn regenboog, mijn drup,
mijn waterlief in al
in al zijn vormen.
regen is een bron van leven,
Je impact is enorm.
Leave a Reply