Mijn nichtjes zijn boos op me.
Zit ik op een koffieplek waar je koffie met of zonder wifi kan drinken. Koffie slurpen, mailtjes verwerken en af en toe opkijken naar koffieslurpende deernes die voorzichtig aan de bron komen drinken. Steelse blikken krijg ik af en toe terug. Het gaat aan me voorbij, dit is geen pick-upplek. Dit is werkterrein en ik heb niet zozeer een honger die gestild moet worden.
Naast me zit een mooie, jonge vrouw. Ze vraagt of ik de wifi-code weet. In het Engels met een licht Amerikaans accent. Het wachtwoord is makkelijk, doch ze slaagt er niet in connectie te vinden. Ik probeer haar te helpen. Uiteindelijk slaagt ze erin. Er is connectie.
Wat later kijk ik op en mijn blik kruist haar scherm. Een foto met ballonnen op haar blog.
Of ze wat met ballonnen deed, vroeg ik.
Ze schiet in een aanstekelijke lach.
Nee, hikte ze. Het is de cover van mijn album. Doe jij wat met jij ballonnen?
– Ik? Goh, nee. Een vriendin van me, die doet in ballonnen en ik doe er regelmatig grafisch werk voor. Wat doe jij dan?
– Ik zing.
– Oh.
Dit alles, dit hele gesprek in het Engels. Ik vraag van waar ze is.
– België.
– Oh. Zeg ik.
– You? Vraagt ze.
– Ik ook.
– Oh, I always speak English here, because my french…
– Herkenbaar, glimlach ik.
– Dan kunnen we in het Nederlands babbelen.
– Dat kunnen we.
***
Dat konden en deden we. Het was kort, gezellig, onhandig (Hoe anders). Dat Brussel zoveel anderser was, we hier anoniem konden bewegen en in een koffiebar gewoon konden zitten. Zonder dat iemand wat van ons wou. Dat gevoel. Ik vroeg wat ze zong. En of ik haar dan moest kennen van iets. Bleek dat ik naast Laura Aussems zat.
Wie? Ik moest het googlen.
Ik had maar geen handtekening voor mijn 10-jarige nichtjes gevraagd. Of een foto.
Zo kunnen die ook leren dat er alleen maar mensen zijn. Er zijn een hoop mensen die een even geweldige passie aan de dag leggen voor hun job en er te weinig voor bedankt worden. Bij anderen is het vanzelfsprekend dat we die bedanken.
Oh, jij bent slager?
Proficiat. Dankuwel.
Dat klinkt nu vast ironisch, zo is het niet bedoeld.
Hoeveel mensen met proficiat reageren, als ik zeg wat ik doe. Proficiat? Vaak verwoord ik dan de bedenking, dat ze best kunnen wachten me proficiat te wensen totdat ze me gezien hebben, of gehoord als performer.
Oh, jij bent koffieschenkster, Of moet ik zeggen barista?
Oh, jij bent die ene van K3?
Oh, jij bent loodgieter?
Wauw. Respect.
En dankbaar zijn dat mensen die ‘t met liefde doen en inzet.
Zelf ben ik dan weer dankbaar een van de lucky few te zijn.
Na veel doorzetten, tanden bijten en werken voor een passie.
Het was niet de makkelijkste weg, en nu drink ik koffie met Laura A.
Maar ik moet er vandoor.
Repeteren en beloftes aan mezelf.
Jee Kast
Leave a Reply