Het ontegensprekelijk misverstand van het verdwenen schilderij.
Het was vrijdagavond, de eerste gasten kwamen al binnen.
Ik had wat eerder willen komen, maar was dus wat later dan voorzien.
Het was Guy’s verjaardagsfeestje en hij en ik staan in de woonkamer.
Seg, zei hij, die ene kader, het werk van Hiëronymus, dat zit er toch niet bij …
Wat bedoel je?
Jaah. Hebt ge dat werk wel meegegeven of ligt dat werk nog bij uw thuis?
Eh, nee. Thuis ligt dat niet.
Zeker?
Euh. Ja. Heel de woonkamer was toch leeg toen gij gisteren vertrok. Vanochtend heb ik daar ook opgeruimd en ik heb niks gezien.
Tja, zei Guy, dan zijn we het kwijt.
De dag voor Guy’s verjaardagsfeest was Guy thuis mijn werken komen halen.
Een twaalftal canvassen, rubberen doeken op een kader gespannen met eigen werk en stuk of acht losse doeken.
Net dat doek waar ik uitgebreid over verteld had, was weg. Vreemd, dacht ik.
Ik zal voor de zekerheid nog eens thuis kijken, maar volgens mij ligt het daar echt niet. Zei ik.
*** *** ***
Een week later, op donderdagochtend werd ik wakker gebeld door een journalist. Ik lag languit op een zetel in Amsterdam, maar dat heeft niets met het verhaal te maken. Of ik degene was die het schilderij kwijt was en de advertentie had geplaatst enkele dagen geleden.
Klopt, zei ik.
Kan ik daar een artikel overschrijven?
“Eh, bah ja, natuurlijk.”
Hoe is het gebeurd?
“Wel,” zei ik (een anglicisme dat in mijn spreektaal is geslopen), “een vriend van me verjaarde en die wou mijn werken wel uithangen tijdens een feest. Okee, dus ik regel dat hij de werken de dag voordien komt halen. Ik spreid al de werken uit op de salontafel en bij één werk vertel ik het ontstaan en de oorsprong en net dat werk is nu verdwenen.”
En wat stond er op het werk?
“Het is een soort van persiflage op een werk van Rembrandt, ik kan je een kopij van het werk en van het originele doorsturen als je wil.”
Ah ok, dat is goed. Hoe is het precies verdwenen?
“Nadat ik het liet zien, hebben we alles weer in een doos gedaan. De doos was vol en er lagen twee werken bovenop. We leggen ze in de auto en wat later stopt Guy bij een vriendin. Hij laat de werken zien en net dat ene waar ik uitleg bij gaf, is weg.”
Heeft het doek een grote emotionele waarde het werk dat je kwijt bent?
Goh, dacht ik, het is een reproductie, wat moet ik daarop zeggen?
“Eeh, het is een van mijn kinderen, het is niet meer of niet minder waard dan de andere werken die ik heb.”
Heel bizar, zei ik nog ter afronding aan de journalist. Het lijkt net een goocheltruc. Ik laat thuis al de werken zien bij mijn thuis. We gooien alles in de auto, hij rijdt naar een vriendin en daar aangekomen, is het doek weg. Verschwunden en we begrijpen er alletwee geen snars van.
Kent ge die vriend allang?
Tja, het is niet zo dat ik die niet vertrouw. Zeg nooit nooit natuurlijk, maar daar wil ik ook niet van uitgaan. Of het is op de ene inrit blijven liggen of op de andere.
Maar zouden we dan dat niet gezien hebben? vraag ik me wel af. Het doek is een A3, dus dat zie je echt wel… Met dat ik ze in de auto zet, begin ik ze even te tellen, en Guy heeft zoiets van; welke kunstenaar moet nu zijn eigen werk tellen, waardoor ik mijn tel kwijt raak. Het waren er 12 of 13 ofzo…
De dag na het feest weet ik alleen dat ik de doos terugkrijg met slechts één werk erbovenop en het werk lag duidelijk ook niet in de woonkamer.
*** *** ***
De werkelijkheid is iets vreemd.
Of we zien deze zo. Misschien is het een goocheltruc die we niet begrijpen. Hebben we teveel rationele denkkaders die ons beletten om bepaalde dingen te zien? Sommige dingen zijn magisch. Zoals op de trein zitten met iemand, alletwee met een banaan voor onderweg bovenhalen en de laatste rit van een railpas. Zonder dat je het beseft. Is het toeval, of betekent het wat?
Een week verstreek. Tussen de eerste advertentie en het krantenartikel. Geen reactie, geen telefoontje meer, geen mail. Niks.
*** *** ***
Dat werk zie ik nooit meer terug, dacht ik.
Aan één kant lig ik er niet wakker van, anderzijds hoe en wanneer het werk verloren is geraakt, wil ik wel weten. Of het gestolen is en waarom net toevallig net dat werk. Guy had alles drie keer uitgezocht, de camionette binnenstebuiten getrokken. Niks. De vriendin vond niks en ik evenmin.
Nu een week later, lagen het artikel en de advertentie nog steeds op de keukentafel. Guy en ik nestelden ons in de keuken. Natuurlijk ging ons eerste gesprek daarover.
Ik begrijp het niet. Gij?
Nee. Echt bizar.
Koffie?
Doe maar thee.
Nu moet ge wat weten, zei Guy, Ik heb uw werk laten pendelen in Brussel.
Wat? Ik dacht aan treinreizigers, overvolle bussen en werkverkeer dat in de file stond, maar ik zat ernaast en wat hij zei leek me nog ongelooflijker dan iemand met mijn tekenwerk onder de arm op de trein.
Ik heb je werk laten pendelen in Brussel, herhaalde hij. Door een oud vrouwtje.
(Met een kaart en een schietloodje, dacht ik erbij).
Ja, zei Guy, een vriendin me kent iemand die pendelt, een wat ouder vrouwtje van 72 jaar en we hadden zoiets van; kom, we kunnen het maar proberen. Dus ik nam de telefoon en bel de oude vrouw op.
Zowel Guy als de vriendin staan wat skeptisch tegenover heel het pendelgebeuren, maar hier konden ze in elk geval er niets mis meedoen. Ik bel, dacht Guy en ik probeer zo weinig mogelijk te lossen en we bekijken het even. Het daaropvolgende telefoongesprek dat Guy had, heb ik even uitgeschreven;
Ik ben iets kwijt van een vriend.
Nee, je bent niets kwijt, zei de dame aan de andere kant van de lijn stellig.
Hoe, zegt Guy.
Gij zoekt een schilderij.
Wat?
Ik zie een vrij karikaturale jongen, een lange, smalle. Hij heeft haast altijd een hoofddeksel op, draagt bijna altijd T-shirts en vreemde broeken.
(Toen Guy me dit vertelde had ik zoiets van hij neemt me in de maling. Die kerel is me zo hard in het zak aan het zetten, echt waar… Dit is zo van de pot gerukt, hij schudt het uit zijn mouw. Waar is die camera? vroeg ik nog. Is er een camera achter uw keukenspiegel? Nee, zei hij, wacht even.)
Dus die dame vertelde hem;
Het is in Ukkel. Of ik zie wat met Ukkel.
En hetgeen je zoekt is goed ingepakt.
Hoe meer hij vertelde van het telefoongesprek, hoe meer het leek alsof hij het verzonnen had. He’s pulling my leg. Maar de twijfel groeide. Dit is zo onwaarschijnlijk.
Met dat die oude dame het zei, vertelde Guy en hij trok even aan zijn sigaret, ben ik even in de gang gaan kijken. Goed ingepakt? Dus ik ga in de gang tussen de twee kartonnen kijken, je kartonnen map waar die losse doeken inzitten… en wat zie ik, daar zit nog een grote print van dat ene werk in die kartonnen map.
Euh, nee. Zei ik.
Jawel, zei hij.
Langzaam begon het mij te dagen.
Dat is dat werk.
Wat?
Ga dat effe halen.
Dus Guy liep even naar de gang en kwam terug met de twee grote kartonnen waar de grote doeken inzitten. Uit die kartonnen haalde hij dat ene werk.
Shit. Dacht ik, en hij ziet het aan mijn gezicht.
We zijn dat doek nooit kwijt geweest. De op-kader-opgespannen versie hiervan ligt in Brussel.
Hoe? Maar dit is toch groter.
Nee, dat is een optische illusie doordat de randen die rond de kader zitten ook in kleur zijn en de tekening een beetje doorloopt …
Ik dacht dat ik de opgespannen versie van dit werk had.
Oh my god, dacht ik.
Ik keek Guy aan, zuchtte en schoot in de lach.
Gij hebt tegen mij gezegd, dat werk, dat zit er toch niet bij.
Ja, maar die map heb ik nooit uit de auto gehaald toen ik de werken liet zien.
Ik dacht, zei Guy, dat dit ook op kader zat.
F°kn hell…
Wanneer hebt ge die dame gebeld, vroeg ik.
In het begin van het week-end, zaterdag.
Ik ben vrijdagnamiddag in Ukkel geweest.
Nee?
Ja.
Bizar.
Even was het stil in de keuken.
Wat denkt ge nu? Vroeg Guy.
Ongelooflijk en dat we kiekens zijn, zei ik.
Ongelooflijke kiekens.
Jee Kast 2011
PS I. Link naar andere werken: hiero of hier
PS II. Tijdens recentelijk opzoekwerk ben ik ook te weten gekomen dat het oorspronkelijke werk van Caravaggio is en niet van Rembrandt, hoewel die ook herhaaldelijk Hiëronymus heeft weergegeven.
Leave a Reply