Het gordijn is nog steeds niet dicht,
autolichten glijden door de kamer en ik
weet niet of het beter is, nu het windstil is.
Zo na het woelen van de wind gisteren,
een schelpen-opstapeling-aan-je-oren-oorlog,
hoor ik angstvallig het niets kraken.
Het huis ademt. We houden adem in. Niks.
Er beweegt wat. Ik kruip geruisloos verder,
dieper de flanellen dekens in.
Wat beweegt de schaduwen nu, nu het windshhht
is.
sper mijn oren open,
spiedende ogen van onder dekens,
een western zonder Ennio Morricone
Het luisteren, alles wat ik opvang,
lijkt van kilometerskilometers ver te komen,
keukengerommel van mam, een tienermeidenprogramm’
een lange rit, het slaapverwekkend ritme
van ‘t hart als poney,
ik luister, waag me over rails,
van een slaaptrein die me overvalt.
Jee Kast
Leave a Reply