Je stem was crêpe-papier,
onder de deur geschoven,
bleef hangen bij zandkorreltjes.
Je kreukte, nooit meer keurig te krijgen.
Leg je vinger hier.
Op die plaatsen, om even te verstevigen,
iets meer naar rechts.
Zachtjes trok verbeelding
aan de randen van je stem,
vezeltjes beten op hun tanden
sommigen op hun lip,
bolvormig en hoekig
en het mooiste van je zijn,
je ritselde en
je ritselen werd wapperen,
je wapperen werd scheuren,
je scheuren waren magisch.
de kleur van je stem en je ogen
waren blauw, de scheuren waren wolkenrandjes
een open hemel bracht je
en we luisterden geboeid.
Jee Kast 2011
Leave a Reply